Op verzoek van de Topsector Logistiek heeft Management Centrum onderzoek gedaan naar de rol van technische installatiebedrijven met opdrachten op het gebied van service en onderhoud dat binnen maximaal binnen een dag kan worden uitgevoerd aan woningen of utiliteitspanden. Hoe kunnen deze bedrijven vanaf 2025 bijdragen aan emissiereductie binnen stedelijke servicelogistiek, met focus op Zero Emissie-zones (ZE-zones). We hebben voor dit onderzoek met 50 vertegenwoordigers van installatiebedrijven en een tiental experts gesproken. Grote bedrijven lopen voorop, terwijl kleine bedrijven de kosten moeilijk kunnen overzien en zich ook afvragen hoe zij die kosten kunnen doorrekenen aan de klant.

De eigen bijdrage aan verduurzaming door de installatiebedrijven gebeurt door elektrificatie van eigen wagenpark, door minder zelf te rijden door het optimaliseren van planningen en door minder
transportkilometers te maken door samenwerking binnen de keten.

De belangrijke conclusies zijn:

  • Servicelogistiek heeft een beperkte impact op stedelijke uitstoot, maar biedt aanzienlijke kansen voor optimalisatie.
  • Vanaf 2024 is het overgrote deel van de installatiebedrijven serieus begonnen met het emissieloos maken van het wagenpark. Installatiebedrijven zijn voorbereid op het werken in emissiezones. Technologie, zoals slimme planningssoftware en monitoring, kan bijdragen aan een efficiëntere logistiek.
  • Er is geen grote economische noodzaak te sturen op de kosten van het wagenpark; de directe impact van het vervoer bedraag 5% van de totale bedrijfskosten en is daarmee klein. De vervoerskosten kunnen ook gewoon aan de klant worden doorbelast. Zuinig omgaan met de uren van het personeel is wel een drijfveer om werk anders te organiseren, De arbeidskosten vormen 82% van de bedrijfskosten; als je de efficiency van de arbeidsuren verhoogt door minder en slimmer te rijden, beïnvloedt dat het rendement en verlaagt dat ook de CO2 voetafdruk.
  • De ‘koplopers’ investeren in verduurzaming en samenwerking. De ‘berekenende’ ondernemers bereiden zich voor, maar schromen ook niet om een geschikter moment af te wachten als dat op korte termijn rendabel is en meer kansen biedt op nog betere oplossingen. De ‘achterblijvers’ hebben moeite om de investering ‘rond te rekenen’, raken verstrikt in de regelgeving en zijn meer bezig met de dagelijkse dynamiek van het bedrijf dan met planmatig aan de toekomst werken.
  • De diversiteit aan houdingen bij monteurs vereist een zorgvuldige aanpak in beleid en implementatie.

De installatiebranche staat voor aanzienlijke uitdagingen, maar ook kansen, om bij te dragen aan een
duurzame economie en efficiëntere stedelijke logistiek.

Vijf praktische tips voor ondernemers

  1. Investeer in slimme technologieën: Gebruik planningssoftware en AI voor efficiëntere routeplanning, minder kilometers en beter onderhoudsbeheer.
  2. Optimaliseer werkprocessen: Bundel klussen, werk regionaal en zet in op preventief onderhoud om storingen te voorkomen. Met de schaarste aan montagepersoneel is dit een absolute voorwaarde voor rentabiliteit.
  3. Elektrificeer het wagenpark strategisch: Start met elektrische voertuigen voor korte afstanden en zet hubs in voor leveringen in ZE-zones.
  4. Betrek monteurs actief: Train personeel in nieuwe technologieën en neem hun voorkeuren mee in de overstap naar duurzame voertuigen.
  5. Zoek samenwerking in de keten: Werk met leveranciers aan standaardisatie van materialen en met groothandels voor efficiënte levering en met collega-bedrijven om innovatie te versnellen want alleen ga je sneller maar samen kom je verder.
Deel dit bericht: